inloggen

Gedichten

gedicht (nr. 1.679):

Hand

Toen er een hand uit de kast stak, niet opdringerig, eerder
bijna verlegen, traag kantelend in het bleke licht, nam ik
een stoel en moest even gaan zitten. Ik overdacht het
bestaan, het ritme ervan, de pitloze weekte, en besloot de
hand niet weg te slaan. Sindsdien deel ik de tijd, mijn
kast en mijn leegte, en het is waar dat ik voor het eerst en
haast tot mijn spijt afhankelijk ben, maar ik blijf opgelucht
dat het een hand is en geen tong, god verhoede een tong,
of een neus, wat neuzen teweeg kunnen brengen, hoe men
er in lorren gehuld achteraan moet, nee een hand, lege
hand, glad, verlegen, traag kantelend in het harde licht,
op het ritme van de zon en wat uren.

---------------------------------
Uit: 'een twee drie ten dans'.

Schrijver: Eva Cox
Inzender: mk, 4 november 2010


Geplaatst in de categorie: lichaam

2.0 met 19 stemmen aantal keer bekeken 6.289

Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Sally
Datum:
4 november 2010
Genoten van dit originele gedicht.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)