Strijken IV
Strijkend zegt zij: dat vergeten
van wat ik gisteren deed en zei,
dit langzaam aan wat minder weten
is het niet al de nacht in mij
die mij mijzelf maar laat herhalen
het leven loopt aan mij voorbij
ligt aan mijn handen te verschralen
voortdurend lijd ik averij.
Misschien betert het wel, zeg ik
en anders, moeder, valt er mee te leven.
Ze knikt berustend en wat machteloos
verwoeder strijkt ze sprakeloos
zonder te beven nu het linnen. Ik raad
ze strijkt de angst daarbinnen.
----------------------
uit: 'Opaal', 2006.
Inzender: mk, 5 februari 2014
Geplaatst in de categorie: ouders