inloggen

Gedichten

gedicht (nr. 3.115):

Toen ik gistermiddag

toen ik gistermiddag het winterwater bekeek
aanvarende schepen, die blinde goedmoedige robben,
en het licht voelde rollen als een waskaars,
- de wind - mijn spleetjes van ogen liet tranen,
mijn haren zijn te kort om te wapperen: opstandig
roeren zij op, recht
wel, toen voelde ik een vrije feestelijke vreugde
- op zondag schoor mijn vader zich vroeger, een wit hemd
ernaast op een stoel, voor de grote spiegel beneden,
zingende, groothandige schelm, een ruige tekst, die mijn moeder
hoofdschuddend om de kinderen deed denken -
in mijn ingewanden, maar even daarna
wroeging omdat dit toch wel verdiende gedicht
te worden en met bezieling op schrift gesteld,
dat moment, dat ‘ik’ van mij, en ik het vergat...
toch blijft het zo: zulke minuten houd ik zelf
voor u allen praatjes voor de vaak en
- voor de gaatjes - mosterd zonder maaltijd

Schrijver: P.H.
Inzender: J.M.N., 4 september 2016


Geplaatst in de categorie: psychologie

4.0 met 1 stemmen aantal keer bekeken 2.664

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)