inloggen

Gedichten

gedicht (nr. 3.363):

Een troost

Mocht het helpen: we bestaan massaal niet. Kijk naar zomers
die nooit overgaan, roestvrijstalen keukenmessen, daarnaast
bewegen we getalenteerd, feilloos in het niet-bestaan.

Er is geen sprake van, dat valt eenvoudig aan te tonen.
Wij hebben A) geen tijd en B) geen materiaal.
We leven tussen de bepaling van een plaats
en een gedachte.

De duur hiervan is puur geluk. We zijn gemaakt, we
vielen te verwachten. In deze tuin, achter de ramen,
woekert de klimplant, pikken veren driftig
beestjes van een bast, zwelt het fruit.

En wij bestaan niet, kunnen bewijzen niet te bestaan.
De boom, de zee, de roos – elk woord dat past
loopt uit, hervormt zich mettertijd.
Wat groeit, groeit roekeloos.

Wij kennen de plaats noch de gedachte, zijn
het mooiste godsbewijs: in onze ogen
zie je de lengte van dagen,
in onze kamers de afwezigheid.

--------------------------------------
uit: Meervoudig afwezig (2017)

Schrijver: Ester Naomi Perquin
Inzender: H.R., 27 mei 2017


Geplaatst in de categorie: filosofie

3.0 met 6 stemmen aantal keer bekeken 4.307

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)