Strijken III
Dit kleine werk waarvoor
zij wekelijks komt, doet zij
als altijd blij, gedachteloos.
Zo kent het drooggoed lang haard handen
het zwijgend schikken, strijken
tot de laatste vouw.
Onzeker als zij is geworden
is goed niet goed genoeg voor haar
dus dient de laatste rimpel steeds gestreken.
Op keukentafel en de dunne deken
schept zij een binnenzee van linnen,
zij laat het ijzer stoomschip worden
in haar handen, stuurt het van kant
naar wal, van verlies naar gemis
zoals zijzelf, langzaam eenzaam
allang uit koers geslagen is.
----------------------
uit: 'Opaal', 2006.
Inzender: jg, 4 januari 2018
Geplaatst in de categorie: werk