IK DOE ÉCHT NIETS, HOOR!
Het was een lentedag, de vogels floten,
de bloesem bloeide met een zoete geur.
Aan bomen was een fris, jong groen ontsproten,
een prille lentezon gaf alles kleur.
Daar stond opeens een hondje aan mijn voeten,
een pluizig, vrolijk diertje, nog heel klein.
Het kwispelde, als om mij te begroeten,
en had een vriend’lijk baasje aan de lijn.
Toen overkwam mij plots een vreemde drang:
ik gaf het beestje zó ’n harde schop
dat het daardoor haast dubbel werd geplooid.
Het arme diertje kermde luid en lang,
ik schrok, en hoogst verbaasd merkte ik op:
“Dat snap ik niet, dat doe ik anders nóóit !”
Geplaatst in de categorie: humor