Angst
Heel argeloos begin je een gedicht.
Een aantal letters, aangenaam van vorm.
Het gaat vanzelf. Er slibben regels dicht.
Ze zwijgen nog. Ze wachten op de storm.
Uit dode krullen, schreven, lijnen, halen
Ontstaan - geen mens die weet waaraan het ligt -
Schermutselingen tussen de vocalen.
De consonanten brommen mee, ontsticht.
Pas dan ontpopt zich iets als een bericht.
Een S.O.S uit een ver paradijs.
De voorhang scheurt. Je schrikt van het gezicht.
Doe dicht je ogen. Raak niet van de wijs.
Tart niet de woordeloze bliksemschicht.
Bepaal je tot je e's en o's en ij's.
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Dit leerzame gedicht van Gerrit Komrij hebben we geplaatst naar aanleiding van zijn column in de NRC van 17 oktober, waarin hij de vloer aanveegt met 'namaak-poëzie'.
Gerrit gebruikte daarbij een 'netgedicht' van nederlands.nl als voorbeeld: het lijkt net een gedicht!
Zijn beschouwing kan je lezen op het tabblad Proza onder de titel:
Komrij in de NRC.
Inzender: Johan Mostertman, 19 oktober 2002
Geplaatst in de categorie: literatuur
groots jezelf helemaal blootgeven.
Tics en genialiteit gaan vaak hand in hand,
ik vind ze beide terug in zijn werk en geniet...