winterleven
O sneeuwbedekte bomen, o ingeslapen woud,
de nacht is weer gekomen, de lucht zo ijl en koud.
De velden dromen rustig, gehuld in witte vacht,
en vlokken dansen lustig, als duizend sterren zacht.
Ach stukje aard zo teder, al lijk je stil en dood,
toch komt de lente weder, je draagt hem… in je schoot.
Dan zal weer alles groeien, met nieuwe levenskracht,
gaan duizend bloemen bloeien, en ver is dan de nacht.
Wat dood lijkt draagt het leven, het duister ’t ochtendlicht,
en houdt met kracht ons streven, op vreugd en liefd’ gericht.
Ach winterland, dat niets verstore, jouw hoop die ‘k in me houd,
en blijf ik dat lied horen, dan wordt mijn hart nooit oud.
Geplaatst in de categorie: jaargetijden