Lentekou
Er is niets dan de wind.
De tuinen zijn doorzichtig,
men ziet hun achterkanten leven.
Geen mist, geen regen,
alleen de wind, een dunne strakke wind
aanhoudend over door jong gras omhooggetilde,
omvergegroeide dorre bladeren.
De bomen zijn nog zonder glinstering,
oud, zonder knop.
Herinneringen weggestreken,
een voorhoofd onder pas gewassen
en in een doek gewonden haar.
Zij weigeren te wiegen
in een zo dunne wind
bedriegelijk als in een tijdperk van de rede
doen zij zich gelden in het volle licht en afgewend.
Het regent 's middags druppels warmte,
reddende scherpe stukken warmte in hard licht verstrooid.
-------------------------
uit: 'Spinroc', 1958.
Inzender: JB, 6 april 2020
Geplaatst in de categorie: jaargetijden