Vaes
Vaes duwde elke schemering zijn winkel-
wagen door het vuil de berg op
en zocht tussen de rokende
rommel naar nog niet bedorven resten
van huiselijk attest...Gehavende
kabels, skeletten van
een fiets, verroeste teugels
en laatst het beeld van een engelen-
vrouw zonder vleugels
Vaes wist, als hij haar harde boezem voelde
wat hij met die vrouw niet krijgen kon
zijn handen op de maan, zijn lippen
op de zon; waar de heuvel uitziet
over de weg begroef hij haar voeten
secuur in het zand
zij strekt haar hand nu uit
naar razende beesten
beneden. Voortvluchtige geesten
van nog niet gestorvenen
------------------------
Uit: 'Het paleis van de slaap', 1993.
Inzender: BJ, 6 juni 2005
Geplaatst in de categorie: maatschappij