Ik was een jongen, een meisje, een struik
Ik was een jongen, een meisje, een struik,
een vogel daarna een sprakeloze vis die
opspringt uit zee. Weldra ben ik
de vlinder die op de Etna sterft, doch
onder al deze gestalten sterf ik slechts
voor haar. Ongezien aan zoveel onzin
te ontkomen, ontkom ik niet aan haar
begin - trilling, overwintering gewin.
-----------------------------------------------------
uit: 'Ongehoord', een keuze uit de gedichten 1957-1997.
Inzender: dr, 20 oktober 2005
Geplaatst in de categorie: liefde