weemoed
Weemoedig kijk ik voor mij uit,
naar de druppels regen tegen de ruit.
Ik staar zonder te verpinken,
waarom weet ik niet,
ik voel me net een schip,
dat begint te zinken.
Niet dat ik iets tegen mij heb,
neen, maar het is allemaal teveel,
mijn energie is weggeëbd.
Mijn lach verdrongen,
mijn hart verwrongen.
Het is nog week,
en toch zo hard als steen.
Niemand dringt er nog binnen,
Niemand laat ik nog,
voor mij zingen.
Door niemand laat ik mij,
nog beminnen.
Geplaatst in de categorie: verdriet