(In de hal)
Ik ben op handen en voeten vergaderd,
volwassen als een baby, volwassen als een aap.
In deze houding wordt alles onwezenlijk.
Onwezenlijk snel, in onwezenlijke haast:
andermans armen en andermans romp
schieten daarboven jagend voorbij.
Als kogels. Als wolken. Als lijkenlucht.
Zo vliegt de dag de tijd vooruit
en is de slang het meest volwassen dier:
rollend, kruipend, de huid verruilend.
Dit denk ik, liggend op de deurmat.
De tijd is één vogel. Voor ons geroofd.
Eén man is het centrum van de vlucht.
---------------------------------------------
uit: 'Laatste metamorfose', 2004.
Inzender: gp, 15 oktober 2024
Geplaatst in de categorie: filosofie