Kind in de storm
Ze heeft een regendruppel in haar hand,
een klein gezicht
maar slecht gemaakt. Ze wrijft hem droog.
Het waait onder haar vliesdun kleed;
ze vangt, verkleumd, een nieuw gezicht
en spreekt ertegen: lief
is klein en klein is
overboord voorgoed verloren.
Wat ze heeft dat mag ze houden:
mager haar
en wit gezicht van louter wind;
een vuist zo rond
of daar een angst begint.
Eén dunne rug onder de storm
- een juk onder een juk -
twee schouderbladen
om ter bangst.
----------------------------------------------------
uit: 'De zuigeling van Sint-Petersburg', 2001.
Inzender: mvda, 18 februari 2008
Geplaatst in de categorie: emoties