inloggen

Gedichten

gedicht (nr. 4.064):

Als Mozes had doorgevraagd

Moest ik mijn land verlaten: ik zou blijven.
Stond mijn stad in brand: ik draaide om.
Moest ik mijn kind offeren: ik weigerde.
Zolang jij je niet laat kennen houd ik
benen op de grond, armen om het kind.
Mij scheep je bij geen bramenstruik af
met ‘ik ben die ik ben’, een kleine vlam, een donderstem.
Mozes was iemand van zijn tijd: dankbaar voor het leven,
bang om door te vragen en ook: een man,
die vragen niet zoveel.
Ik was blijven staan bij die struik tot je verscheen.
Geen smoesjes van doeken voor ogen omdat je straling te fel.
Mozes was brandgloed gewend, ik tl.
Kom maar op, zou ik zeggen. Zeg ik nu: Kom maar op.
Als niet Mozes, maar ik bij Horeb had gestaan ging het zo:

ik: Wie ben je?
jij: Ik ben die ik ben.
ik: Ik ook.
jij: Ja, jij ook.

Dan had ik je aangeraakt en jij mij.
Was de Bijbel geen boek, maar een omhelzing.


---------------------------------------------
uit: Als Mozes had doorgevraagd, 2010


Zie ook: http://marjolijnvanheemst...Marjolijn_van_Heemstra_01.html

Schrijver: Marjolijn van Heemstra
Inzender: FFvK, 23 februari 2020


Geplaatst in de categorie: religie

3.0 met 38 stemmen aantal keer bekeken 8.386

Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Ben S.
Datum:
22 augustus 2021
Mooi, intelligent gedicht

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)