Het brandende wrak
In de schaduw der zwellende zeilen verborgen
Voor de maan, die de mast op de wateren mat,
In de slaap van het licht, tussen avond en morgen,
Stond ik, slaaploos, ter reling van 't reilend fregat.
Toen verblindde mijn blik naar de einder ontloken,
Tussen wolken en water een vuren kolon,
Als van magische morgen, in 't zuiden ontstoken,
De bloedige bloesem midnachtlijker zon:
Een wrak, verlaten, ten halve bedolven
In het maanlichtbeglansd emeralden azuur,
Dat in laatste agonie, boven 't graf van de golven,
Naar de hemel vervlucht in een passie van vuur!
Zó ons hart: naar de droom van ons leven begerend,
Boven diepten des doods nog in purperen pracht
Van laaiend verlangen zich langzaam verterend
In de eenzame uren der eindloze nacht.
-----------------------------------------------
uit: Experimenten (1930)
Inzender: Redactie, 9 februari 2024
Geplaatst in de categorie: eenzaamheid