inloggen

Gedichten

gedicht (nr. 364):

Het souper

't Werd stil aan tafel. 't Was of wijn en brood
Werd neergeslagen uit de greep der handen.
De kaarsvlam hing lang-wapperend te branden
En 't raam sprong open door een donkre stoot.

Als water woelden in de nacht de landen
Onder het huis; wij voelden hoe een groot
Waaien ons aangreep, hoe de wieken van de
Vaart van de tijd ons droegen naar de dood.

Wij konden ons niet bij elkaar verschuilen:
Een mens, eenzaam, ziet zijn zwarte eenzaamheid
Dieper weerkaatst in de ogen van een ander -

Maar als de winden langs de daken huilen,
Vergeet, vergeet waar ons zwak hart om schreit,
Lach en stoot glazen stuk tegen elkander.

... Vormen ...

Schrijver: Martinus Nijhoff
Inzender: Nelleke, 21 november 2003


Geplaatst in de categorie: eenzaamheid

3.0 met 22 stemmen aantal keer bekeken 5.755

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)