Ooit sloeg een vuist op tafel
Ooit sloeg een vuist op tafel
van dit land en is blijven liggen:
een kasteel.
Hij woont nergens,
want er is hier niets anders:
er staan muren omheen,
maar het blijft nergens.
Het is ook geen wonen.
Het is niets meer willen
en dat hier doen.
Maar alles is te heftig in dit huis.
Wind blaast in de open haard,
vlammen blaffen als honden.
En naast het vuur zwijgt een man
die op zoek ging naar zichzelf
en hem helaas heeft gevonden.
------------------------------------
uit: 'De Gedichten', 1998.
Inzender: LD, 15 april 2025
Geplaatst in de categorie: woonoord