Een uit de hand gelopen haiku
Maansikkel, koud schoudertje
tegen haast donkerblauw
van zonnige wintermorgen.
Te klein om er mijn hoofd
moe tegenaan te vlijen.
Eerder geschikt om er een hand
zorgzaam omheen te leggen.
Gesteld dan dat ik groter was
tot kosmische proporties uit kon dijen.
Ik zie daar, schurkend in mijn jas
en trouwens onderweg naar jou,
voorlopig nog van af.
(voor Roelien)
-----------------------------
uit: 'Tot zover', 2002.
Inzender: wb, 23 mei 2019
Geplaatst in de categorie: heelal