Vandaar
vandaar dat ik je schreef. En toen sloot je
bijna de deur, maar er bleef een woord tussen-
hangen, dun als een blaadje en in ons als rook,
de zilte geur van je binnenste buiten
op mijn hand en achter je lippen het mijne.
Dat hielden wij vast, elk aan een kant,
en ieder zijn beeld van verdwijnen.
De nacht hing vol kruimels die nacht
waaierde uit en muziek zwom door me heen
en het stuiterde, vi in een net, op de kaseisen,
het droge, ik hapte, klapte dicht,
stak over de straat, op sigaret, had
handen tekort om teveel en wilde je
zeggen wat je me deed. Vandaar
dat ik je schreef. En sloot je bijna
de deur maar er bleef een woord
tussenhangen, dun als een blaadje en in ons
als rook, de zilte geur van je binnenste
buiten op mijn hand, en achter je lippen
het mijne. Dat hielden wij vast , elk
aan zijn kant en ieder zijn beeld van verdwijnen.
-------------------------------------------------
uit: 'Zwijghout', 2000.
Inzender: cmw, 25 september 2013
Geplaatst in de categorie: emoties
Mooi beschreven.