Bewaard
Ter zelfmoord trok ik naar de spoordijk op,
kroonde mijn hoofd met rails, deed bielsen aan:
de aarde dreunt, de helling een vulkaan;
wat nu volgt, dacht ik, schrijf ik niet meer op.
Vlak voor mij trokken de rails weg, luchtop
de hemel in waarin ze niet bestaan;
de wind ging onderdrukt gemurmel aan
dat ik verstond. Ik kwam omhoog. Rob! Rob!
Was dat mijn moeder? - hoogst ontdaan stond zij
beneden aan de dijk, het avondmaal
weer in haar tas. Haar fiets beschrijft geen taal.
Dat dood mij zo verging berooide mij,
wat was er met het hiernamaals gedaan
dat men mij kende en terug zag gaan?
---------------------------------
uit: Carabas ontvlucht (1982)
Inzender: R.D., 8 juni 2014
Geplaatst in de categorie: psychologie
Hij kwam doorleefd op mij over.
De Markies van Carabas? Rob gebruikt een sprookje, maar dit gedicht lijkt me een serieuze poging tot zelfdoding, die hij al of niet echt heeft gedaan. De schaamte voor zijn tegenstribbelende moeder heeft hem al of niet denkbeeldig van die definitieve wandaad weerhouden!...
Het ergerde hem enorm, dat hij niet volstrekt anoniem kon gaan hemelen, wanneer hij dat wilde. Mooi zo!...