Bewaard
Ter zelfmoord trok ik naar de spoordijk op,
kroonde mijn hoofd met rails, deed bielsen aan:
de aarde dreunt, de helling een vulkaan;
wat nu volgt, dacht ik, schrijf ik niet meer op.
Vlak voor mij trokken de rails weg, luchtop
de hemel in waarin ze niet bestaan;
de wind ging onderdrukt gemurmel aan
dat ik verstond. Ik kwam omhoog. Rob! Rob!
Was dat mijn moeder? - hoogst ontdaan stond zij
beneden aan de dijk, het avondmaal
weer in haar tas. Haar fiets beschrijft geen taal.
Dat dood mij zo verging berooide mij,
wat was er met het hiernamaals gedaan
dat men mij kende en terug zag gaan?
---------------------------------
uit: Carabas ontvlucht (1982)
Inzender: R.D., 8 jun. 2014
Geplaatst in de categorie: psychologie