Uitzicht
Mijn wereld eindigt bij de populier
die staat te wuiven waar de weg begint,
tegen een stukje lichtblauw vloeipapier...
Dit alles doet mij denken aan het kind
dat uren op een stadsveranda stond
en uitkeek over haveloze tuinen,
terwijl zijn blik geen ander rustpunt vond
dan 't schamel rijtje rafelige kruinen
van zes verwaaide bomen middenin
het triest patroon van schuttingen en was,
van vuilnis, kiezel en gehavend gras,
waarin het speurend zocht naar een begin,
een teken uit die wereld vol geheimen
die het voorbij de daken had geraden,
waarvan 't bestaan zich nauwelijks liet rijmen
met schoorsteenpijpen en antennedraden...
Dat kind was ik. - Er gaat zich iets herhalen:
weer kijk ik hunkerend de vogels na
die in hun cirkelende vlucht bepalen
de kring der wereld waar ik buiten sta.
----------------------------------
uit: Verzamelde gedichten, 1996.
Inzender: pvl, 10 september 2014
Geplaatst in de categorie: woonoord