inloggen

Gedichten

gedicht (nr. 3.249):

Bomen

Een spoor van groen komt mij tegen;
met nijvere steken in de hemel gezet,
zigzagvegen in het boven blauw.

Haar zwijgen is vergeven aan de grillen
van de wind, gniffelt met giechelende vogels,
juicht over daken, toont de portieken.

Laat maar waaien zingt het loof. Haar stammen
kunnen dragen. Haar stilte wortelt diep onder
de schaduwkronen. Hoe ik nooit stilstand zie,

maar altijd nijver werken aan een groter plan.
Een stap voorbij het nu wast de eeuwigheid,
alvast beschreven door dit loom vlottend blad.

Hoe het groen patronen legt, ontferming
ruist, de stilte klimmen laat naar takken
onttrokken aan het oog. Wat kan ik zeggen?

Ik weet mijn bedoeling niet. Ik sta dagelijks
aan de broze rand van de eeuwigheid
en val. En val vleugels. En val. Niet.

Voor Len Janssen de Nie.

---------------------------------------------
uit: 'Waaraan het vlees ontsnapt', 2014.

Schrijver: Margreet Schouwenaar
Inzender: sw, 8 januari 2018


Geplaatst in de categorie: natuur

3.0 met 2 stemmen aantal keer bekeken 3.253

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)