Tegen avond
Hemels staan op mijn hand gebogen;
ik zing mijn lied -
zon en maan draag 'k op mijn ogen,
ik sluit ze niet.
Zeën kome' aan mijn voeten breken:
zij missen kracht;
zwart maakt hij alle hemelstreken,
mijn vriend de nacht.
Dieren springen op tot mijn schouder,
mijn hoofd blijft stil;
ik word niet bleker - enkel ouder
mijn trots, mijn wil.
Nooit zal u een leven meer in tel zijn,
mijn licht, dat vlucht! -
graan is mijn daad, een bloem mijn welzijn,
mijn lot: een vrucht.
-----------------------------------------
uit de 'Verzamelde Gedichten'
van Herman van den Bergh (1897-1967)
Inzender: A.D., 21 mei 2020
Geplaatst in de categorie: individu