inloggen

Gedichten

gedicht (nr. 326):

Florence

Bij de cipressen van een lustwarande
stond je te lachen om het bronzen zwijn
toen je uit de lucht in mijn blikveld landde
aangeschoten, door een teveel aan wijn

snel zouden we in dat hotel belanden
het oud palazzo van een Florentijn
die ooit als monnik tot de vuurdood brandde
we gloeiden er na, omringd door jasmijn.

In door Toscaanse maan beschenen nachten
zwierden we rond een Dom in boetekleed
we zagen schatten van vergane machten

en elke vezel in ons zwoer een eed
met deze stad van Venus in gedachten
om te verbloeden aan haar liefdesbeet.

Schrijver: Kees Godefrooij, 31 mei 2004


Geplaatst in de categorie: liefde

2.3 met 366 stemmen aantal keer bekeken 67.675

Er zijn 3 reacties op deze inzending:

Lisette.M., 21 jaar geleden
Jawel, ik snap het wel. Maar als je het niet zelf beleefd hebt, is het moeilijk te doorzien.
Mike, 21 jaar geleden
Getuige het gemiddelde cijfer tot nu toe ben ik niet de enige die absoluut niet begrijpt waar dit gedicht over gaat...
hannah, 21 jaar geleden
Ik las je gedicht: de woorden rijmen, maar ik snap er nix van! Volgende keer beter.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)