HOMEROS
Ik las Odysseus' smartelijke tocht
en spelde in de schemer de symbolen:
de zeeën, de godinnen en de holen,
waarin hij liefde en bescherming zocht.
Toen ik het boek sloeg in zijn zeven sloten,
was het of ik ontwaakte van een reis;
ik had gezworven en had drank en spijs
aan menig tafel met de held genoten.
Waar mag Homeros met het blind gezicht
wel dolen, dacht ik; maar waarom zo denken:
is de dichter dan meer dan het gedicht?
Ik zag de koele stroom verborgen wenken:
de Lethe, dacht ik, dooft het laatste licht,
maar verzen zijn onsterflijke geschenken.
---------------------------------------------
uit: Verzamelde gedichten 1938-1988 (1990).
Inzender: Redactie, 9 april 2016
Geplaatst in de categorie: literatuur