Charles Baudelaire
Op winterdagen na het stille eten
denk ik vaak met de borstel aan de vaat
van alle poëzie is hij de maat
dat zweer ik op de bloedzucht van mijn neten
hij proefde van het water aan de Lethe
waar vrouwen syf schonken in ruil voor zaad
als waren zij de bloemen van het kwaad
van zoete folter leek zijn geest bezeten.
Op winterdagen na een karig maal
zwoer hij de wereld af voor dure plichten
dan schreef hij verzen op een wand van staal
en kerfde zich een weg naar zijn gedichten
waarin hij als fantoom, welhaast rectaal
de klok van onlust luidde in gestichten.
Inzender: K.G., 17 april 2004
Geplaatst in de categorie: literatuur