inloggen

Gedichten

gedicht (nr. 5.353):

Het actuele en het ongelooflijke

En struikelde

zonder armslag behalve de vrije, terwijl toch
in de ochtenddauw melkchloor me de adem kortte:
haalde adem languit. Spreid en sluit en opgelucht

herboren, beentje gelicht door boom of steen.
Wat maalde ik erom dat ik even bleef zitten
met de handen geheven, dat passanten

uit hoofde van de legende een scheve blik lieten vallen.
Tijdelijk was ik mijzelf voor ik opkrabbelde
afklopte en het recept op de stoep schreef met kleurkrijt

en zweven kon, gekwetst als ik was, zwemmen en vliegen
door de laan met haar dubbele rijen linden,
trottoirs ontworteld, met haar funeste oranje lantaarns.

--------------------------------
uit: 'Witte adel', 1991.

Schrijver: Wouter Donath Tieges
Inzender: VB, 22 oktober 2023


Geplaatst in de categorie: individu

3.3 met 12 stemmen aantal keer bekeken 8.701

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)