1890
Laat d' ouderwetse dichter nog zijn lier
Besnaren om het zonlicht te bezingen;
Ons, jongren, wenken hoger, beter dingen
Dan 't eeuwen reeds banale hemelvier.
D' elektro-lampen, met de kracht van vier-
Miljoenen kaarsen kunnen mededingen,
Zou 'k menen, naar de lof der stervelingen,
Die bidden uit 't elektrisch-kerkbrevier.
Hebt dank, o vinders van die reuzenlichten!
Gij hebt de duisternis voor goed doen zwichten;
Ook 's nachts is 't licht nu; - van naar bed te gaan
Is thans geen sprake meer; wie denkt aan slapen?
Heb dank, want 't is nu wel voor goed gedaan
Met slaapmuts, nachtpit, dommelen en gapen.
Gedichten (1885)
Schrijver: P.A.M. Boele van HensbroekInzender: Han Messie, 26 november 2016
Geplaatst in de categorie: tijd