inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie van Gerrit ten Bruggencate

1803 - 1853

Laatst toegevoegde poëzie (nr. 4):

aan de maan

Hoe straalt gij zo, met heldre gloed,
Door 't loof dier appelbomen,
Waar eens uw vriend zo welgemoed,
Zich droomde zoete dromen?
Omsluier uwe zilverglans,
En blik gelijk gij blikkert,
Wanneer gij op de dodenkrans,
Van 't jeugdig meisje flikkert!

Vergeefs ziet gij zo rein en klaar,
In dit priëeltje neder;
Ach! nimmer vindt gij 't blijde paar,
In zijne schaduw weder!
Het noodlot, mij zo wars en stug,
Ontstal mij 's meisjes harte!
Geen zuchten toovren 't mij terug,
Geen teedre traan der smarte!

O! zo zij nog één enkel maal,
Mijn rustplaats mocht betreden,
Verlicht dan dáár met matte straal,
De bloempjes voor haar schreden!
Zij zette wenend zich op 't graf,
Waar roosjes nederhangen,
En plukke er zich een bloempje af,
En drukke 't aan de wangen!

Schrijver: Gerrit ten Bruggencate
Inzender: hanne, 1 september 2017


Geplaatst in de categorie: heelal

5.0 met 5 stemmen aantal keer bekeken 2.842

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)