inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie van Bernard van Meurs

1835 - 1915

Laatst toegevoegde poëzie (nr. 15):

DE KABOUTERMANNETJES

Heb je ooit van de tijd der Kabouters gehoord?
Dat was toen een leventje - één in z'n soort!
Bij voorbeeld: een knecht had aan 't werken een mier
En deed niets dan luieren of nam zijn plezier:
Dan kropen des nachts,
Zo heel onverwachts,
De dwergjes als mieren
Door gaten en kieren,
Krioelden
En woelden
En hipten en draafden
En zwoegden en slaafden:
En 's morgens, reeds voor het gekraai van de haan,
Vond ieder zijn werk door Kabouters gedaan.

De schoenmakersknecht stak zijn els in het spek,
En dacht: wie op maandag nog werkt is een gek!
Kaboutertjes kwamen en namen de schoen,
En keken wat lapwerk er viel aan te doen:
Zij maakten een draad
En spanden de naad,
En pikten en prikten
En stikten en flikten
En tikten
En likten
En wreven en wasten
En poetsten en pasten:
En voordat de baas uit zijn bed was gestapt,
Was alles aan schoenen en laarzen gelapt.

De timmermansknecht schoftte zes uur per dag,
En kroop in de krullen, als niemand het zag,
Des nachts zag het volkje de winkel in 't rond,
Of 't iets te karweien, te knutselen vond:
't Nam hamer en bijl
En beitel en vijl,
En dan aan het kloppen,
Op nagels met koppen,
Aan 't dragen
En zagen
En schaven en spalken
Van planken en balken:
En kwam de baas kijken, hoe 't stond met de zaak,
Dan vond hij de spullen perfect in de haak.

Het ging de slager precies even zo:
Want lag nog zijn knecht als een luilak op stro,
Dan kwamen de kereltjes vlug op een draf,
En slachtten het varken, en hieuwen het af,
Verdeelden het net
In reuzel en vet,
En haakten de hammen
En zijden aan krammen,
En hutsten
En klutsten
En stopten met vulsel
Het vliezige hulsel:
En zie! als de baas van zijn legerstee kroop,
Daar hingen reeds metworst en bloedworst te koop.

De bakker ook trokken zij flink uit de nood:
Zij wanden het koren en bakten het brood;
En draaide de knecht zich nog op om z'n zij,
Dan was het al druk in de broodbakkerij:
Zij haalden de rog
En vulden de trog
En kneedden en wroetten
Met handen en voeten
En smakten
En kwakten
Het baksel, en schoven
Het wip! in de oven:
En als nu de baas uit de bedstede schoot,
Dan lag voor het raam al het versbakken brood.

De wijnkopersknecht liet z'n werk er op staan,
En 't kwam hem zo nauw op een glaasje niet aan;
En kreeg hij een roes weg, en sloeg hij er neer,
Dan waren de mannetjes druk in de weer:
Ze tapten het nat
En zwavelden 't vat
En dreven de sponnen
En rolden de tonnen,
Ze hurkten
En kurkten
De flessen, en lakten
En plakten en pakten:
Zodra weer de dag door het keldergat scheen,
Zag nuchtere Klaas alles klaar om zich heen.

Een kleermaker had het eens vreselijk drok,
Want morgen moest klaar zijn een vest, broek en rok.
Zijn knecht was aan 't zwieren, de pet op één haar;
Maar 's nachts kwam het volkje met persplank en schaar:
Het kruiste de been,
Begon zo meteen
Te snijden, te schikken,
Te naaien, te stikken,
Te lassen,
Te passen,
Te persen, te boorden,
Met linten en koorden:
"Och, vrouw! - riep de baas uit zijn bed - dat valt mee!
"Het pak ligt al klaar, in nieuwmodische snee."

Des kleermakers vrouw, een nieuwsgierige Trijn,
Zei stil bij zichzelve: wat mag dat toch zijn?
Zij strooide grauwe erwten en hield toen de wacht;
Daar kwamen de snijdertjes koesjes en zacht...
Maar ach, wat een kruis!
Vol bommen het huis...
Ze stieten hun schenen
En kneusden de benen
Al stom'lend
En schom'lend,
En tolden en rolden
En gilden en scholden...
De vrouw, één twee drie, steekt het nachtkaarsje aan -
En pst!... al het volkje is voor goed naar de maan.

Hoe jammer, wij zijn de Kabouters nu kwijt...
Ze kwamen zo netjes van pas in deez' tijd!

Schrijver: Bernard van Meurs
Inzender: Redactie, 13 juli 2020


Geplaatst in de categorie: werk

3.0 met 10 stemmen aantal keer bekeken 1.160

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)