Het tabakroken
Waar ben ik? In wat Hel van rampen?
Op ieder voetstap dat ik tree
Omwalmt mij 't walglijk onkruiddampen
En doet mijn borst en longen wee.
Hoe keert mij 't hart en d'ingewanden
Wanneer dit stinkende verbranden
Zijn gif door heel de lucht verspreidt,
In 't lichaam om met pijnlijk wringen!
En geldt dit voor versnaperingen,
Voor feestonthaal en lieflijkheid?
O gouden tijd van onze Vaderen,
Toen d'ouderwetse goede sier
Vernieuwde krachten stortte in d'aderen
In 't smaaklijk, voedzaam gerstebier!
Doch, Frankrijk? ja, bij uw venijnen
Van aangezette valse wijnen
Heeft ook dit gif zijn rechte plaats.
Welaan, het moog' wie 't lust vermaken,
Voor mij zal nooit die wierook blaken:
Voor mij geen stinkend dampgeblaas!
Inzender: Redactie, 19 juli 2021
Geplaatst in de categorie: milieu