In het oerwoud
Liefde’s wezen is zo teer
en ons hart is het ruige bos
en wij weten haar daar in de wildernis
alléén en van alles los,
van alles, van wereld en schone schijn
om enkel te zijn wat zij is:
een vlam, een verlangen, een felle pijn,
een kreet in de duisternis.
Wie ’t spoor in de bossen bijster raakt
is daar aan de dood gewijd,
en liefde zwerft argeloos en naakt
door ons donkere hart en de tijd
en wij kunnen niet redden, het leven is wreed
en het lot een verscheurend dier
en angst om zijn liefde is ’s mensen leed
door al zijn dagen hier.
Inzender: adm, 20 december 2013
Geplaatst in de categorie: emoties