Huil niet, Majorca
Huil niet, Majorca,
Want je vader zal komen en zal je slaan
En zijn hand zal rood op je lichaam staan.
Hoor je de honden,
De honden, Majorca,
Heel in de verte blaffen gaan?
Hoor je de dronkenmanspraat in de wind?
Je dronken vader komt er aan.
De weg is te smal en het meer is diep:
Hoorde je, hoe hij mijn naam daar riep?
‘Maria!’
Zet het raam wijd open, dan kun je goed horen,
‘Maria... Maria!’
Heeft dovemansoren,
We doen net alsof we niets verstaan,
‘Maria! Kom hier!’
Nee, Majorca, niet gaan.
Hoor je de plons in het zwarte meer?
Zijn vuist slaat vergeefs in het water neer
En de golven klotsen in zijn mond;
Drink! Als je drinken zo lekker vond.
Luister, zijn stem is al zwakker gaan klinken:
‘Maria...’ Ja, jongen, ik laat je verdrinken,
Sst! Nog eenmaal zijn stem in de wind:
‘Maria... vergeef me... en zorg voor...’
Langzaam verstrijken de rimpels in 't water
En langzaam verschijnen ze op mijn gezicht;
Drie jaar geleden is vader verdronken,
Slaap zacht, Majorca, want morgen is 't licht.
Chansons, gedichten en studentenliederen (1948)
Schrijver: Pim ScheltemaInzender: Redactie, 17 maart 2016
Geplaatst in de categorie: drank