LAS HUELGAS
In het klooster van las Huelgas
In de biechtstoel zit de priester,
Fluistrend spreekt zijn biechtelinge
Van de wereld, van haar zonde.
Nimmer zien des priesters ogen
Wie hem toespreekt. Nimmer blikken
In de wereld meer de vrouwen,
Die het klooster heeft begraven.
Aarzlend spreekt de mond der nonne
Van haar liefde voor een koorknaap,
Die het wierookvat eens zwaaide
In de kathedraal van Burgos.
Aan hem denk ik altijd, _ snikt zij, _
Aan zijn schittrend schone ogen.
Juan was zijn naam. Zijn vader
Was een arme schapenhoeder.
Daaglijks keert de priester weder
In het klooster van Las Huelgas;
Hoort de biecht der jonkvrouw, altijd,
Altijd zuchtend naar de liefde.
Daaglijks wordt hij bleker, minder
Schitterend zijn donkre ogen.
Staamlend geeft hij absolutie
Voor haar zondig, werelds denken.
Eindlijk vond men in de biechtstoel
Dood de jonge priester zitten. _
Juan was zijn naam. Zijn vader
Was een arme schapenhoeder.
Liefde en leed, Amsterdam(1903)
Schrijver: P.A.M. Boele van HensbroekInzender: Han Messie, 6 december 2016
Geplaatst in de categorie: religie