inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie van Guido Gezelle

1830-1899

205 resultaten.

N I E U W J A A R N A C H T (1897)

poëzie
3.4 met 10 stemmen aantal keer bekeken 2.618
o Nieuwjaarnacht, onaangenamer, onnieuwer nooit en was er iet, als ‘t geen gij mij voor waarheid biedt, onbeterbare leugenkramer! Van God en schijnt ge niet gegeven: dat God ons gaf is altijd mooi, en ‘t alderminste blomgestrooi is altijd lief, is altijd leven. Terwijl gij, dood, zo alle dingen die dood zijn, aâm…
Guido Gezelle31 december 2001Lees meer >

VLUGGER ALS DE WIND DIE VLIEGT (1860)

poëzie
4.0 met 37 stemmen aantal keer bekeken 3.412
Vlugger als de wind die vliegt, en de losse bomen wiegt, gaan, mijn kind, gedachten; dieper als onze oge ‘n kan peilen, in ‘t wijde uitgespan, peilen, kind, gedachten; hoger als de sterren staan, in de glimmende hemelbaan, staan, mijn kind, gedachten; wijder als dat wijde en wak uitgestrekte watervlak, strekken, kind, gedachten!…

O 'T RUISEN VAN HET RANKE RIET

poëzie
4.2 met 64 stemmen aantal keer bekeken 4.522
(Hom. Il. XVIII, 576) O! 't ruisen van het ranke riet! o wist ik toch uw droevig lied! wanneer de wind voorbij u voert en buigend uwe halmen roert, gij buigt, ootmoedig nijgend, neer, staat op en buigt ootmoedig weer, en zingt al buigen 't droevig lied, dat ik beminne, o ranke riet! O! 't ruisen van het ranke riet! hoe dikwijls dikwijls…

HET SCHRIJVERKE

poëzie
4.2 met 59 stemmen aantal keer bekeken 6.354
(gyrinus natans) O krinklende winklende waterding met 't zwarte kabotseken aan, wat zien ik toch geren uw kopke flink al schrijven op 't waterke gaan! Gij leeft en gij roert en gij loopt zo snel, al zie 'k u noch arrem noch been; gij wendt en gij weet uwe weg zo wel, al zie 'k u geen oge, geen één. Wat waart, of wat zijt…

Traagzaam trekt de witte wagen

poëzie
4.5 met 48 stemmen aantal keer bekeken 9.325
Traagzaam trekt de witte wagen door de stille strate toen, en 't is wenen, en 't is klagen dat ze bin' de wijte doen! Stap voor stap, zo gaan de peerden, traagzaam, treurig, stille en stom, en zij kijken, of 't hun deerde, dikwijls naar hun meester om; naar hun' meester, die te morgen zijn beminde peerdenpaar, onder 't kammen en 't…
Meer laden...