inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie van Jacobus van Looy

1855 - 1930

31 resultaten.

Sint-Niklaas-versje bij een kalender

poëzie
3.0 met 6 stemmen aantal keer bekeken 627
Dat Sint, gemijterd, in scharlaken pak, Met paard en knecht hoog over daken rijdt, Geloven alle kindren; zij zijn blijd' En zoet als hij maar diep tast in de zak. Maar dat nog 'n oudre dan de Bisschop schrijdt Over ons hoofd heen, rustloos, nimmer zwak, Geregeld tredend als 't gerikketak Van 'n pendule, is voor groten 'n zekerheid. Die dat gestaag…

Zacht valt de regen

poëzie
2.0 met 4 stemmen aantal keer bekeken 494
Zacht valt de regen uit een hemel zonder pracht... Die zich stil heeft betrokken met 'n water-zware vracht Bij het komen van de nacht . Geen ziet hoe het daalt uit dat duistre wolk-gespan, Als de tranen stil geschreid van een hoge sterke man, Die men voelen wel maar zien niet kan. Langzaam zakt de stad in het duistren van de nacht. Langzaam…

Zwaard-lelies

poëzie
2.0 met 7 stemmen aantal keer bekeken 674
In de oude, bekende vertrekken Zij pronken en stralen en strekken Hun vuur-prachtig rood; Zij staan voor de ramen te gloeden Als van kardinalen de hoeden, Van machtigen, groot; En staan in de hoeken te vlammen Als pluimen in hellem-kammen En vanen in oorlogs-nood; En schaatren diep en schreeuwen De kreet stil die ging door de eeuwen…

Mijn alleroudst verhaal heb ik verzwegen

poëzie
3.0 met 6 stemmen aantal keer bekeken 614
Gebeurd verhaal, verhaal van jaren hèr, Wat zuster deed met mij? Hoe ik als kind, Jongste van arm gezin, soms, vader blind Geleidde door het stadje, her en dèr. Hoe 'k op zijn schouders zat dan, hoog en vèr Uitkeek, voor hem; voor gracht en stoep gezwind Waarschuwen moest; en hoe zich vasthield 't kind Lach-vrezende uit zijn oogjes als gestèr…

De krokusjes

poëzie
3.0 met 9 stemmen aantal keer bekeken 2.075
In sliertjes en slipjes, Gestreept-groene tipjes, Gesproten uit velletjes bruin, Uit stronkjes en blaartjes En rafele haartjes, De krokusjes bloeien schuin. Al de een over de ander Verrijken ze elkander En pronken, pralen van zon; 0, dat is wel zeker, Dat nooit gouden beker In goudgloed het van hen won. Uit donker gewemeld, In straling…

Van een ziek kindje

poëzie
2.0 met 6 stemmen aantal keer bekeken 1.170
Zij laten mij niet los die heldre oogen Van 't stille kindje aan de dood gewijd, Op moeders armen in onnozelheid Gezeten en zo neerziend uit den hoge. Heel d'avond door heeft er die blik gewogen, Over mij henen als een majesteit Van onverwonderde genadigheid, Dichtbij en ver en altijd onbetogen . En nog de loutring over mij blijft wachten,…

Wonderlijk

poëzie
4.0 met 4 stemmen aantal keer bekeken 1.342
Wonderlijk is ‘t in ‘t holle van de nacht, Plotsling te denken aan zoveel beminden; Als in de duistre wereld van de winden, ‘t Zwalpe element ligt met gebonden kracht. Dan komt zich al wat ver is weer laten vinden: De handen, de gelaten der beminden, Als in een gloed van lage kaarsen, zacht. Smartlijke vreugd te sturen naar die schijnen. De…

Vogelenzang

poëzie
4.0 met 2 stemmen aantal keer bekeken 933
Het is het feest der vogels en der koren Geboorte en der welluidende gedachten; ‘t Vergeten zijn der eindeloze nachten, Toen in de borstjes lag de stem bevroren. Hun vlucht is heel de wereld door te horen; Als uit de veren keeltjes trilt het jachten, Schieten de tonen wieken aan en krachten… Bedil de zang niet, open wijd uw oren. De onschuldigheid…

RAAM-LIEDJE

poëzie
3.0 met 7 stemmen aantal keer bekeken 1.707
’t Tuintafeltje glanst, De regen er danst, Fonteint, bedriegertjes, kleen*, Dan blinkt er een blaas En breekt met geraas Licht, in de hemelvloed heen. Doch diep in de tuin Hangt alle loof schuin, Druilt of pruttelt van neen; Och, de arme bloemen Verbeuren haar roeme, En hoorden nooit van geween – En wat was een roos, Niet een bolleboos…

Ik ben van nacht ontwaakt

poëzie
3.0 met 9 stemmen aantal keer bekeken 2.977
Ik ben van nacht ontwaakt met wilde schrik, Met droge lippen, en gebroken kracht. Het klamme zweet op ’t voorhoofd, ’t bloed in jacht Bonzende door mijn polsen, traag en dik. Toen heb ik liggen staren in die nacht, Met grote ogen, met verwezen blik, En naast mijn hoofd, daar telde een zacht getik Mij de uren voor, die ‘k zó heb doorgebracht…

OP HET KERKHOF

poëzie
3.0 met 8 stemmen aantal keer bekeken 2.826
Zij liggen rij aan rij de grijze zerken, Omwonden met een band van dorrend lover; Gevangen in des winters doffe tover Slapen de wilgen en de bleke berken. En op de koude wind is het als stoof er Hij mij voorbij met zijn getakte vlerken, En zoekend waart hij om die droeve merken, Tellend hun tal, de strenge Levens-rover. De dode blaren stuiven…
Meer laden...