26 resultaten.
Nachtbloesems III
poëzie
2.0 met 14 stemmen 3.337 III
Het duister omhuifde de velden;
Droef dwaalde het maantje omhoog,
En droef zag het steeds op ons neder,
Als met een brekend oog.
Wij doolden te zaam door de velden;
Wij hadden elkander zo lief!
Ik zoend' haar, en 't zoeltje lispte:
`O, jij diefje, o, zoentjesdief!'
Plots klonk er een lach in de halmen;
Zij schrikte,…
NACHTBLOESEMS (II)
poëzie
3.0 met 16 stemmen 3.847 Nooit glijdt een verstandig woordje
Van die rozenlipjes dijn;
Die moeten maar zonder pozen
Aan het schertsen en kussen zijn.
Die moeten maar altoos lisplen:
'Jij bent de liefste mijn!'
Maar meen je dan, dat dit immer,
Mijn schatje, genoeg zal zijn?
Ga ik aan het redeneren…
Middernacht
poëzie
3.0 met 30 stemmen 8.673 I
Langzaam galmen
Twalef slagen,
Door de kalme
Beemd gedragen,
Als een gillende
Kreet van smarte,
Plots omtrillende
't Brekend harte!...
II
En voor Jezus' outer
Nijgt de nonne neer.
Heure lippen lisplen,
Purperloos en flets,
Bij 't nauw-hoorbaar wisplen
Woorden des gebeds:
'Uwe liefde louter'
Mijne ziele, o, Heer!'
Als een…
Nachtbloesems
poëzie
3.0 met 26 stemmen 6.125 De zoeltjens suizlen door de blaêren,
Het maanlicht lacht met luchten straal,
En in de hooge rozelaren
Weertrilt een schelle nachtegaal.
Droomt ge op uw sponde
Reeds in vree,
Of hoort ge, mijn blonde,
Die org'lende bee?
Steeds blijft uw wit gordijn gesloten;
Geen schuchter handjen beurt het op;
Toch zie 'k uw zoet gezichtjen…
Zeg, liefken, heugt
poëzie
3.0 met 35 stemmen 6.922 Zeg, liefken, heugt
U nog de vreugd,
Wen op het kabblend water,
Zo spiegelrein,
Als kristallijn,
Zo ruisziek van geklater,
Ons kleene boot
Daar vlugjes vlood
In 't maanlicht, dat er glanste;
Een notendop,
Zoals zij op
De golfjens dobbrend danste;
Een rozeblad,
Waarin een schat,
Een parel, lag te luchten:
Mijn bange…
Nachtbloesems I
poëzie
3.0 met 39 stemmen 5.793 I
In dons van wolkjes glijdt ginds
De zilveren sikkel der maan;
Die schijnt een gondel, een bootje,
Dat vaart op de blauwende baan.
De wolkjes schijnen de golven,
Witgekuifd, met luchtende tint,
En de sterren zijn zo schone leliën
Als niemand op aarde vindt.
Was die gondel mijn levensbootje,
Ik nam je, mijn lieve, er in mee…