inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie van Louis Couperus

1863-1923

26 resultaten.

Nachtbloesems III

poëzie
2.0 met 14 stemmen aantal keer bekeken 3.337
III Het duister omhuifde de velden; Droef dwaalde het maantje omhoog, En droef zag het steeds op ons neder, Als met een brekend oog. Wij doolden te zaam door de velden; Wij hadden elkander zo lief! Ik zoend' haar, en 't zoeltje lispte: `O, jij diefje, o, zoentjesdief!' Plots klonk er een lach in de halmen; Zij schrikte,…

NACHTBLOESEMS (II)

poëzie
3.0 met 16 stemmen aantal keer bekeken 3.847
Nooit glijdt een verstandig woordje Van die rozenlipjes dijn; Die moeten maar zonder pozen Aan het schertsen en kussen zijn. Die moeten maar altoos lisplen: 'Jij bent de liefste mijn!' Maar meen je dan, dat dit immer, Mijn schatje, genoeg zal zijn? Ga ik aan het redeneren…

Middernacht

poëzie
3.0 met 30 stemmen aantal keer bekeken 8.673
I Langzaam galmen Twalef slagen, Door de kalme Beemd gedragen, Als een gillende Kreet van smarte, Plots omtrillende 't Brekend harte!... II En voor Jezus' outer Nijgt de nonne neer. Heure lippen lisplen, Purperloos en flets, Bij 't nauw-hoorbaar wisplen Woorden des gebeds: 'Uwe liefde louter' Mijne ziele, o, Heer!' Als een…

Nachtbloesems

poëzie
3.0 met 26 stemmen aantal keer bekeken 6.125
De zoeltjens suizlen door de blaêren, Het maanlicht lacht met luchten straal, En in de hooge rozelaren Weertrilt een schelle nachtegaal. Droomt ge op uw sponde Reeds in vree, Of hoort ge, mijn blonde, Die org'lende bee? Steeds blijft uw wit gordijn gesloten; Geen schuchter handjen beurt het op; Toch zie 'k uw zoet gezichtjen…

Zeg, liefken, heugt

poëzie
3.0 met 35 stemmen aantal keer bekeken 6.922
Zeg, liefken, heugt U nog de vreugd, Wen op het kabblend water, Zo spiegelrein, Als kristallijn, Zo ruisziek van geklater, Ons kleene boot Daar vlugjes vlood In 't maanlicht, dat er glanste; Een notendop, Zoals zij op De golfjens dobbrend danste; Een rozeblad, Waarin een schat, Een parel, lag te luchten: Mijn bange…

Nachtbloesems I

poëzie
3.0 met 39 stemmen aantal keer bekeken 5.793
I In dons van wolkjes glijdt ginds De zilveren sikkel der maan; Die schijnt een gondel, een bootje, Dat vaart op de blauwende baan. De wolkjes schijnen de golven, Witgekuifd, met luchtende tint, En de sterren zijn zo schone leliën Als niemand op aarde vindt. Was die gondel mijn levensbootje, Ik nam je, mijn lieve, er in mee…
Meer laden...