64 resultaten.
Mijn stemming is als van een stilstaand water
poëzie
4.0 met 1 stemmen
2.002 Mijn stemming is als van een stilstaand water
Vlak uitgemeten in een wijde kom.
Wat anders daalde en rees in luid geklater,
Is thans als een mooi avondweder stom.
O, ik gevoel zo innig, dat ik kom
Door droef geschrei en helderblij geschater
Op tot mijns levens hoogtepunt en ‘k som
Mijn smart van altijd op, mijn heil van later.
Ik ben een…
Mensenwoorden
poëzie
3.5 met 2 stemmen
2.197 De mensen schijnen elkaar zeer te vrezen,
Daar zij zich steeds maar voor elkaar versteken
In woorden-weefsels, die geen hart doorbreken,
En in wier schrift geen mensen-hoofd kan lezen.
Zij liegen, die geen leugnaars willen wezen,
En zelfs, wie moedig wil de waarheid spreken,
Hij voelt de waarheid op zijn lippen breken
Vóór 't spreken zelf,…
Gij zult niet met een kroon op 't hoofd
poëzie
3.0 met 3 stemmen
1.298 Gij zult niet met een kroon op 't hoofd in 't Rijk
Der Lettren zitten na uw dood, verdwaasden,
Gij knutslaars ijdlijk, die alleen maar aasden
Om eens te zitten, niet voor 't Volk, te prijk
Voor boeren, die dan zouden zeggen: ‘Kijk,
Dat 's óók een knappe dichter, maar 'k bereik
Er niets van, met mijn dom hoofd, 't zijn verraasden,
Die…
Als 't latere geslacht dees woorden leest
poëzie
3.7 met 3 stemmen
1.189 Als 't latere geslacht dees woorden leest, -
Want dit geslacht zal lachen om dit vers,
De zotte poppen van de pratte pers
In de aller-aller-eerste plaats, dán 't Beest
Voor niets méér dan een groot gevoel bevreesd,
Dat zich Beschaafd Publiek noemt, dat een kners
Hoort in een gil of klacht, en van elk vers
Rijm-zottertje maakt een familie-feest…
Dees ganse weerld moest liggen op haar knieën
poëzie
4.0 met 2 stemmen
1.840 Dees ganse weerld moest liggen op haar knieën
Voor mij niet, maar voor 't Hoogre, dat in mij
Niet gans zit, gans wit, maar Dat zich door mij
Wil uiten, wijl 't zich wil, en dat elk biedend
Wat elk klein mensje slechts verlangt, doch vrij
Blijft voor zich-zelf van andren, schoon verrieden 't
De meesten, daar zij zich niet voelen blij,…
Ave Maria
poëzie
3.2 met 6 stemmen
2.803 Ik droomde van een kálme, bláuwe nacht;
De matte maan lag laag in mistig glimmen –
Maar hóóg scheen van de schemerende kimmen
Der klare starren wolkenloze wacht.
Toen, tussen maan en starren, rees Zij zacht –
Mij zoeter dan de Muze! – en scheen een schimme,
Wijl ’k om haar hoofd als diademen klimmen
En dalen zag der starren gouden pracht.
O…
In memoriam
poëzie
4.0 met 3 stemmen
2.621 Dàt was een lief mens, die wij nimmer zullen
Terug-zien, stervende als hij is geweest
Heel ver van wat hij lief-had, als een beest
Gezeuld in 't eerlijk graf-zijn, dat met mulle
Plof zacht viel op zijn trouwe hoofd, het rulle
Zand, dat's der dode' allerlaatst aardse feest.
O 't dood-stil graf, dat nooit weet wat geweest
Is 't arm mens-lijf…
Geen tranen zullen op mijn graf-stee vallen
poëzie
3.0 met 3 stemmen
3.728 Geen tranen zullen op mijn graf-stee vallen,
Maar lachen onderdrukt-half, of zacht-luid,
En vele mensen zullen vuisten ballen
Tegen dit mens, dat dan niets meer beduidt.
Zij zullen elkaar aanstoten in zacht mallen
Om mij, arm mens, die sprak zó hooglijk-luid
In 't Leven Mijn, die leefde van geluid
Alleen, en van veel opstaan na veel vallen…
Mann'tje, onbenoemelijk van wanbegrip
poëzie
3.5 met 2 stemmen
1.641 Mann'tje, onbenoemelijk van wanbegrip
En zwaklijk voelen, kerel haast te deerlijk
Van gans geen mens zijn. Gij die 't eerlijk, heerlijk
Mens-zijn verknoeit, tot een lafhartig, sip,
Naarstig, naargeestig lelijk-doen en smeerlijk
Grijpen met groeslig hand-paar wilt hip, hip,
Naar 't schone dat u aanspuwt en dan wip
Weer troont in haar Hoog-heerlijkheid…
Verzen
poëzie
2.6 met 15 stemmen
2.645 Verzen zijn de beweging van 't leven,
klaarluidende, al naar het menshart gaat,
of droeviglijk schreiende zacht, of kwaad
als een donderslag door des levens kalm beven.…
Infernale impressies
poëzie
3.0 met 11 stemmen
3.326 De gekken zitten in hun kerkgebouw
Als stomme mummiën: met stenen ogen
Staren ze onwendbaar langs de lage bogen
En horen van Geloof en Liefde en Trouw
Uit 's herders mond, die kalmpjes staat en nauw
Iets hoorbaars voor een oirbaar mens kan pogen
Te geven aan de onzaal'gen, die bedrogen
Om 's werelds eêlste goed, zien lauw en flauw.
Dan…
Homo Sum I
poëzie
3.8 met 8 stemmen
2.594 Ik was de gróte Minnaar zonder ruste,
Die ging hoog-heerlijk in triomf door 't Leven,
Jeugdig omklemmend in een stórm van beven
Al zielen, gróte en kleine, naar het lustte
Dit Hoog Hart, dat toch nóoit zijn droefheid suste,
Droefheid om Liéfde's wil, die géén kon geven:
Nu weêr om Zélf's wil, wijl ik zelf moest sneven,
Dán wijl ik…
O, laat mij tot uw voeten komen,
poëzie
3.4 met 12 stemmen
3.641 O, laat mij tot uw voeten komen,
Omdat gij niet uw boezem biedt,
En, zachtjes lachend, zalig droomen
Van al mijn heen-gegaan verdriet.
O, laat mij tot uw voeten komen,
Omdat gij niet uw boezem biedt,
O laat mij met uw woorden spelen,
Omdat gij mij uw mond ontzegt,
En 't lieve, dat uw mond mij zegt
Als kussen van uw lippen stelen…
DE BLÂREN VALLEN ZACHT
poëzie
3.7 met 14 stemmen
3.531 De blâren vallen zacht...
Ik kan alleen betreuren,
Dat ik niet eens verwacht,
Wat eens nog kan gebeuren...
De blâren vallen zacht...…
Licht
poëzie
3.0 met 4 stemmen
4.286 Er stroomt door mijn gemoed in stormend klateren
Een wilde zee, waarop ik rijs en daal, -
Een drup... een englen-blik, maar elke straal
Danst als het springen van bezeten sateren.
Ik hoor demonen uit de diepten schateren,
Schel door der serafijnen rein koraal,
En hel-geloei dooreen met hemel-taal
Mengt zich in 't ziedende geklots…
O Herders-knaap
poëzie
2.9 met 11 stemmen
4.159 O Herders-knaap, die bliest op zoete fluitjes,
Wie zijt gij wel, wie meent gij wel te wezen:
Een van die dichter-vorsten, die vóór deze
Zongen hoog uit, niet zoekend naar geluidjes,
Maar zich-zelf voelend in diep-innig vrezen
Voor hun-zelfs grootheid, op 't gelaat der luidjes,
Daarom-heen luistrend, heerlijk staand te lezen?
Gij…
Nu huilt de winter in mijn hart.
poëzie
3.1 met 16 stemmen
4.777 Nu huilt de winter in mijn hart,
De vlagen donkren buiten,
Als wilden beiden van de smart
De flauwe ogen sluiten.
Dat is gekomen van de pracht
Dier schone zomerdagen,
Wier gloed geen menselijke macht
Noch bloeisel kan verdragen.
O, droefheid van dit Aards gezicht!
Het moet toch al verdorren-
Het mensen-hart, het zonne-licht,
Zij sterven…
Elk kloppen van mijn bloed is een gebed
poëzie
2.8 met 25 stemmen
5.636 Elk kloppen van mijn bloed is een gebed,
Wanneer 'k de handen samen-vouwend smeke
Om één, Onkenbaar Wezen! - één, één teken
Van U, mijn God, mijn Eénge Heer, Die let
Op elke daad, gedachte of woord, o Het
Aller-aller-onkenbaarst Zijn, die 't weke
Bewegen mijner ziel hebt doorgekeken,
Hoe het zich-zelf in zich-zelf steeds verzet,…
Gij stápt met tóórnig ópgestreken zeilen
poëzie
3.8 met 6 stemmen
2.406 Gij stápt met tóórnig ópgestreken zeilen,
En kuif, parmantig in de hoogte stekend,
Uw toorn tot harde stukjes grofheid brekend,
Die al uw vrienden om hun oren keilen
Als nonchalante en ongalante bijlen... -
O, Schoonheids opperman, gij beukt uitstekend,...
Maar toch, woest slimmertje, die 't al uitrékent,
Rekendet ge óók uit de óórzaak…
Ik zal mooi dood-gaan
poëzie
3.3 met 31 stemmen
4.548 Ik zal mooi dood-gaan, als een vlammend vuur,
Dat ééns nog flikkerde in zijn schoonste gloed,
Eer 't gans geblust was. Want als enig goed,
Rest mij de schoonheid nog, een korte duur.
Hoe zalig is dat nu, wanneer ik tuur
Naar mijn gedachten in hun brede stoet,
Die álle schoon zijn, en niet één die doet,
Of zij wou vlieden uit Mijn hoog Bestuur…