Wanneer gij ...
Wanneer gij onder mij ligt, wij zijn stil
van vuur, dan ziet uw wit gezicht mij aan
van liefde, en uw ogen zijn vol tranen.
Gij had het niet gedacht, dat zo iets was
op aarde, en uw ogen vullen zich als twee
meren, door bronnen, komend uit uw hart.
Zoals gij aan mij hangt, uw ogen maken
twee streken opwaarts naar mijn ogen.
Ik dacht niet dat er zoiets was op aarde.
En beide, dit denkend in onze breinen,
aan elkaar hangend, de armen om de hoofden,
zijn we als de zee en ’t land aan elkaar hangend,
of als de berg en ’t dal samen tesamen.
Zo ruist de zee het land een lied, zo wil
ik met een wit gezicht van hartstocht voor u
eeuwig klinken van mijne dankbaarheid.
verzamelde lyriek tot 1905
Schrijver: Herman GorterInzender: adm, 22 juni 2009
Geplaatst in de categorie: erotiek