Over het gras
Over het gras en over het water
dwaal ik achter de beminde
die ik vroeg en die ik later,
die ik nimmer, nimmer vinde.
Smalle schelpen zijn haar handen
om een eeuwge zee te horen,
in zijn wieg en broze wanden
zingt haar hart mijn wee verloren.
Handen die mijn hoofd niet koelen
met hun sneeuw, de lichte, zachte.
Hartklop die ik niet zal voelen
onder stergoud, al de nachten.
Over het gras en over het water
dwaal ik achter de beminde,
tot ik aanzie - later, later,
in een licht dat mij hervinde.
Tuin van Eros (1932)
Schrijver: Jan EngelmanInzender: Redactie, 31 juli 2022
Geplaatst in de categorie: eenzaamheid