Nacht-liedje
Was niet je mond dan kussen mild
En bloeide niet je lijf in pracht,
Wanneer wij minden in de stilt’
Van de besternde nacht?
Jouw hart lag aan mijn hart, jouw oog
Staarde in mijn oog zo lang en diep,
Tot je gelaat glimlachend boog
En zwijgend in m’n armen sliep.
Dan zong mijn bloed zo sterk en blij,
Mijn arm omving je glanzend lijf;
Zo voegden wij ons leven beî
Tot één bedrijf.
Wij ‘schermden roerloos in de nacht,
Elkander: één geklonken beeld
Van schoonheid en bezonken kracht,
En soobr’re weeld’.
De hoge nacht schreed zwijgend voort,
Het licht verglom van ster en maan,
Totdat ons oog aan oosterpoort
De dag was opgegaan.
Nagelaten verzen (1918)
Schrijver: Johan van 't LindenhoutInzender: Redactie, 25 augustus 2022
Geplaatst in de categorie: liefde