99 resultaten.
De horzel van mijn onrust drijft mij voort
poëzie
4.0 met 2 stemmen
705 De horzel van mijn onrust drijft mij voort,
Zodat ik nooit mijn vrede weer kan vinden.
Wil stil ik dromen in den geur der linden,
Verledengeur, die teder nog bekoort,
Zoo toornt de horzel en zijn angel boort
Mij in de keel, tot tranen mij verblinden
En 'k zwervend weer moet zoeken wie mij minden
Zoo drijft de horzel mij van oord tot oord…
Mei
poëzie
4.0 met 3 stemmen
998 Nu juichen de vogels met vrolijk gefluit
Om het lentewonder,
En boven de bomen, met donker geluid,
Gromt de verre donder.
Ik ruik al seringen - een geitje blaat
En de dromers dolen.
Een venter roemt, langs de grauwe straat,
Zijn mooie violen.
Een kindje springt touwtje, met blij gezicht,
In haar rozeklêeren.
De bomen verroeren hun twijgen…
Winterlaan.
poëzie
4.0 met 2 stemmen
888 Hoe lijkwit ligt de rechte winterlaan,
Waar zwarte bomen, in verstijfd gebaar
Van stroeve droefheid, strekken naar de klaar-
Kristallen hemel de arme', als riepen ze aan
De oktoberzon, die ze op een gouden baar,
Bestrooid met rode en gele rozen, gaan
Ten groeve zagen! Kon die zon weerstaan
De klacht der bomen, zag zij ze even maar?…
Bij zijn graf
poëzie
4.5 met 2 stemmen
860 De arm vol bloemen, ijlt de vrouw naar 't graf,
Alsof haar stralend dáar te beiden stond,
Wijd open de armen, rijzig, jong en blond,
Haar lief, die haar, wie zij een hemel gaf.
En hijgend buigt ze en bevend kust haar mond
De naam van hem, wien dood nam van haar af.
Zij lijdt voor liefde als voor een zonde straf.
Zij strooit haar bloemen op…
Rouwzang
poëzie
4.0 met 2 stemmen
839 In 't zwartomfloersd vertrek, in zilvren nacht,
Op 't kleed van rouw het losgebonden haar,
Alleen met hem, voor hem, met schoon gebaar,
De weduw zong haar edele dodeklacht.
Kon zang hem wekken met zijn tovermacht?
Haar hand lag blank, een lelie, op de baar,
Waar sliep wie nóg behoorde alleen aan haar -
Voor 't huis drong volk, een meisje…
Liefde VIII
poëzie
4.0 met 1 stemmen
995 Geef mij de schoonheid van de wereld weer,
O wrede Liefde! mij door u ontstolen,
Het stromenzilver, 't rood der gladiolen,
Het blond der duinen, 't blauw van zomerweer,
De vlucht der vlinders, die om bloemen dolen,
De zachte pracht van rozen en vogelveer,
Het goud van herfstloof en het brons der peer,
De lach der zon en de ogen der violen.…
Populieren
poëzie
4.0 met 4 stemmen
1.342 O populieren!
Langs slapende kanalen weeft ge uw wuifgordijn.
Over uw kruinen laat ge vrij de orkanen gieren,
Geen doet zijn lange takken langs de waatren slieren,
wel zwiept gij als de wind u zweept, maar trots in pijn.
O populieren!
Langs ál mijn levenswegen vind ik u geplant.
In zwart moeras, waar mirt noch oleander tieren,
Waar ernstige…
Zal ik nu blij zijn
poëzie
3.0 met 1 stemmen
973 Zal ik nu blij zijn, enkel om bloemen,
Enkel om bloemen en lenteblauw?
Zal ik vergeten, nu bijen zoemen,
Zal ik vergeten waarom ik rouw?
Zal ik nu dromen, enkel om rozen,
Enkel om rozen en zonneschijn?
Zal ik vergeten mijn hart bevrozen?
Zal ik vergeten mijn wondepijn?
Zal ik nu zingen, om blauwe seringen,
Enkel om bloemen en anders niet…
BADENDE KNAPEN.
poëzie
4.0 met 1 stemmen
952 Mild zaait de zon, door 't klaterloof der popels,
Haar gouden spranken op het stromend water,
Waar, slank en blond, twee vlugge knapen zwemmen,
Als zwanen blank en fier als jonge goden.
Op hals en armen beeft der blaadren schaduw
En vonklend vloeit, van beider brede schouders,
In 't golvenblauw een regen van juwelen.…
Christophoros.
poëzie
4.0 met 1 stemmen
963 En in de beek stond reeds mijn voet gebaad,
- Een beek, door dubble dorst van zon en zand
Half leeggezogen - toen een kinderhand
Mij vasthield bij de zoom van mijn gewaad.
En als een rooswolk in een gouden rand,
Lachte in een lijst van goudhaar zijn gelaat,
Terwijl hij sprak: - ‘Zo gij door 't water waadt,
Draag me op uw schoudren naar…
Slapend kind
poëzie
3.0 met 1 stemmen
881 Terwijl daar buiten wilde stormen loeien,
Slaapt, in haar bedje, 't lieve kind tevreden
Half blootgewoeld, de reine rozeleden,
De frisse wang nog blozend-warm van 't stoeien.
Het donzen dek is losjes neeergegleden.
De blonde lokken, gouden sluier, vloeien
Om 't zacht gezichtje, dat mijn blik blijft boeien.
't Half open mondje heeft…
Lentekamer
poëzie
2.5 met 2 stemmen
1.113 Nu vullen tulpen, meidoorn en seringen
Met lentejeugd de zware kamerluchten.
Gordijnen zwellen, zoel van lentezuchten.
Ik hoor van verre een enkle merel zingen.
Op 't zondoorlaaide purper der gordijnen
Gloeit, triomfantelijke brand, de prachtig-
Goudgele vlammentuil der tulpen, krachtig
De hoek beheersend waar zij licht doen schijnen.…
AAN EEN JONGGESTORVEN DICHTER
poëzie
2.2 met 4 stemmen
1.195 O, jeugdig beeld, verheerlijkt beeld eens doden,
Zo vaak aanschouwd in zaalge weemoedsdromen,
U blijf ik trouw, hoewel de jaren vloden,
De vluggewiekte, die niet wederkomen.
Nog voel 'k een tranenvloed mijn ziel doorstromen,
Wanneer ik peins aan u, en hoe de goden
U, ach! zo vroeg, een koele wijkplaats boden,
Melodisch door de wiegezang der…
Verzen voor mijn liefste.
poëzie
3.7 met 6 stemmen
995 I.
O lief, mijn lief, sla de armen om mij heen,
Berg me aan uw borst, mijn veilig heiligdom!
Niets wil ik voelen dan uw liefde alleen.
Kus dicht mijn ogen, laat mijn lippen stom
En als ik ween, vraag niet waarom ik ween.
Laat stromen stil de zoele tranenvloed
En wat ik altijd zocht en nimmer vond,
Geef 't me in een kus te dromen .…
Verloren jeugd
poëzie
3.0 met 2 stemmen
1.233 - Zie mij niet aan, ik ben zó oud geworden!
- 't Is heimwee, heimwee dat u kwelt,
't Is heimwee naar uw jeugd en ge snelt
De drempel over om uw verdriet
Te vergeten, maar 't leed vergeet u niet.
Het volgt u, volgt u op ál uw schreden
En het klaagt met de stem van een arrem kind
En ge ziet uzelv' weer, als lang geleden,
Met bloemen drie…
Winterdag
poëzie
3.3 met 3 stemmen
978 De wolken dreven wondersnel,
De bomen bogen naar elkaar.
O mannenliefde! o wolkenspel!
Luid sloeg mijn hart, van weemoed zwaar.
Fel blies de kille winterwind
De loverloze lanen door.
'k Had willen wenen als een kind,
't Was of die wind mijn hart bevroor.
Toog ooit zo bleek, zo stil…
Sonnet
poëzie
4.1 met 7 stemmen
1.601 Nu rijpt de herfst de rijkgebronsde peren;
De sappige applen glansen, rood en goud,
En prachtig prijkt, gelijk een toverwoud,
Het bos, dat groen in purper doet verkeren.
Krachtige balsemgeur uit kreupelhout
Van eiken stroomt mij tegen, zilvren veren
Doorstrepen 't reine luchtblauw en vermeren
Tot één wolk, die de zon gevangen houdt.
Nu…
Avond
poëzie
3.7 met 6 stemmen
1.112 Nu blinkt de straat van zilver en van goud,
Waar 't zwartgelakt plaveisel hel beschijnen
De winkellichten. Ver alree verkwijnen
De speelse knapenkreten. Star en koud
Nu staan de huizen. Achter de gordijnen,
Spreken de mensen, warm en welvertrouwd,
Hun liefdewoorden - Sterloos donker rouwt
De regenhemel boven huizenlijnen.
Zo vol die huizen…
Moederweelde
poëzie
2.5 met 6 stemmen
955 O toen ik mijn kindeke droeg in mijn schoot,
Hoe groeide mijn hart zo reuzegroot
Als kon het de wereld bevatten
En de stralende goudene zonnebal
En de sterren, die flonkeren zonder tal
En de zilveren maan in de hemelhal
En de aarde met al haar schatten!
En mijn ogen, die schouwden wel kalm en wijs,
Want ik voelde in mijn boezem een paradijs…
'k Stond over 't wonder...
poëzie
3.6 met 7 stemmen
914 'k Stond over 't wonder van uw zijn gebogen,
Kind, ziel gevangen in onze aardecel.
En duizlend tuurde ik, als in diep een wel,
In 't grondeloos mysterie van uw ogen.
- ‘Daalt ge uit de Hemel in de levenshel?
O gave een god uw mondje 't groots vermogen
't Onthullen ál wat wij te raden pogen,
Eer gij 't verleên vergeet voor kinderspel…