Vaarwel! Vaarwel naar 't Zuiderstrand!
Aan Dr. Kiewiet de Jonge, Voorzitter van het ‘Algemeen Nederlandsch Verbond’, bij zijn vertrek naar Zuid-Afrika.
Vaarwel! Vaarwel naar 't Zuiderstrand!
Neem onze groeten mee
Voor wie een zonnig vaderland
Eens vonden over zee.
Zeg hun, die mannen van ons bloed,
Die vrouwen, trouw en sterk:
Wij gaven ze eens ons vol gemoed,
Wij volgen trouw hun werk.
Het is ons, of een flinke neef
Zijn zaken redt, bestuurt;
O, 't voordeel heeft hij niet te geef,
Maar 't is van lange duur.
Hij worstelt, als z'n oom weleer;
Oom vindt hem 'n flinke vent,
Als hij zijn ossenwagen weer
In de oude sporen ment.
Bemoeien met zijn zaak! Wel nee,
Oom denkt aan zo iets niet;
Hij leeft alleen met neef maar mee
In vreugde en verdriet.
Als neef zich maar niet deuken laat,
Zijn moedertaal maar eert
En nooit voor vreemde snoeshaanpraat
Zijn eigen moois verleert.
Zeg hun: zo'n oom is ons Verbond,
Zo eentje van sta pal;
Vraag neef, of hij ook open, rond
Voor dat doel strijden zal.
En zegt hij ja, geef hem de hand
Van onverbreekbre trouw
En weifelt hij: zoek dan de man
Te binden door zijn vrouw.
Als nichtje helpt en spreekt de taal
Van Ma en Oumama,
Dan doen de neven 't allemaal
In 't wijd Zuid-Afrika.
Vaarwel, roep 't uit aan 't Zuiderstrand:
‘Sta pal voor de eigen taal!
Dat is: sta pal voor 't vaderland,
Houd hoog Uw ideaal!’
Haarlem, 22 Okt. 1908.
uit: Neerlandia, jrg.8 (Dordrecht 1908)
Inzender: Redactie, 1 februari 2015
Geplaatst in de categorie: woonoord