Het duivenprieel
Gij wilt uit nacht en winter,
Gij wenst een warm tafreel,
Gij kijkt om u heen en vindt er
Een vriendelijk duivenprieel.
Nauw dringt er de zonne binnen,
Zij tovert door ‘t naaste verschiet;
Drie duifjes beginnen daarbinnen
Te zingen een tortellied.
Drie zusters zijn het, dat raad je:
De oudste een ontluikende knop,
Het jongere paar, dat praat je
Nog graag van bikkel en pop.
De oudste trenst, en haar kluwen
Verbreedt zich tot strik en net;
Hoe zou zij blozen en gruwen,
Zo zij zag hoe ik op haar let.
Mijn winter wordt tot zomer.
... Toch sluit ik de ogen dicht!
Want ach, mij grijze dromer
Verblindt zulk hemels gezicht.
Inzender: Redactie, 17 december 2019
Geplaatst in de categorie: dieren