Afrikaantjes
Mijn handen rieken van uw reuk
waar ik uw steel en blaren kreuk,
o gulden Afrikaantjes,
en 'k hou van u zo veel en teer
als straks uw parkskens gloeien weer
saffraan-goud in de laantjes;
ik riek u dan zo bitter-fris,
onaards en vol geheimenis.
Verzen uit de oorlogstijd (1919)
Schrijver: Karel van den OeverInzender: adm, 27 juni 2011
Geplaatst in de categorie: planten