Schaakspel
's Avonds, achter 't linnen windschut,
zaten, in 'n koude cel,
twee gestrenge paters, naast 'n
druipend waslicht, aan het spel.
Tegen 't schaakbord, op de tafel,
lag 'n dik getijdenboek,
met 'n hoornen snuifdoos nevens
en 'n rode zakneusdoek.
't Kampte. De elpenbenen stukken
dreigend vóór malkaar gesteld,
kruisten lijk 'n legerbende,
't wit en zwart gevierkant veld.
Een der paters draalde zenuwachtig,
rond z'n gladde kin,
met z'n lange, mager vingers
en misschoof z'n koningin.
Hij verloor en, monklend, gaf 'n
kopergroene, slechte duit,
en de winner, wederjonstig,
stak zijn hoornen snuifdoos uit.
----------------------------------------------------------------
uit: Dietsche Warande en Belfort, jaargang 1905.
wederjonstig - als wedergunst
Schrijver: Omer Karel de LaeyInzender: Redactie, 15 januari 2024
Geplaatst in de categorie: sport