Het MENSELIJK VERSTAND
Wat is des mensen geest beperkt! -
Hoe lang, hoe zwaar hij zwoegt en werkt,
Hoe vlijtig hij doorzoekt, hoe kloek hij is in 't gissen,
Van niets is hij gewis, niets weet hij in de grond.
't Is al voor hem omringd van dichte duisternissen,
Waarin nooit schemer daagt van 't licht der morgenstond.
Dat vrij de toorts der wetenschap
In de ogen flikker', vlamm', en knapp'!
Het is om 't waarheidspoor voor dat des waans te missen.
En slimmer duizendwerf waar hij zijn dwaallicht spreidt,
Dan 't donker van de onwetendheid,
Te dom, om smaaklijk gift voor voedsel op te dissen!
o Dwalingen, wier tal en maat
Het zand der zee te boven gaat,
En vasthoudt aan elkaar als saamgekleefde klissen;
Gij door die stalkaars voortgebracht,
Gij toont ons, dat die zucht die steeds naar kennis tracht,
Slechts enkel twijflen leert of roekeloos beslissen!
1808.
Inzender: Redactie, 6 januari 2022
Geplaatst in de categorie: wetenschap