HALFHEID.
BIJ HET ZIEN VAN EEN REGENBOOG.
0 schoon gezicht! Met zevenvoude kleuren
Zie ik de bonte hemelboog
Als een triomfpoort naar omhoog
Zijn stralend halfrond opwaarts beuren.
Gods Majesteit en Liefde gloort
En treedt ons tegen door die poort.
Maar ach waar gij de krans van stralen
Wilt volgen tot zijn ring zich sluit , —
Zie hoe daar eenklaps de aarde u stuit,
En 't oog weerhoudt in 't nederdalen!
Hoe schoon, o boog, uw gordel zij,
Een Halfheid en niet meer, zijt gij!
0 beeld van 't Schoonste en Zoetste op aarde!
't Gelijkt de bonte regenboog.
Het streelt uw hart, het boeit uw oog,
Maar 't blijft ten dele al wat ze u baarde.
Straks breekt de schone toverring,
Waarmee ze u voor een wijl omving.
Ja, wat ook de aarde ons geev' te aanschouwen,
Wat ze ons van Waar- of Schoonheid bied',
't Is al een Halfheid, wat gij ziet:
't Geheel blijft weigren zich te ontvouwen.
De dood alleen schenkt eens uw oog
De aanschouwing van de volle boog.
Winde-kelken (1859)
Schrijver: J.P. HasebroekInzender: Redactie, 13 mei 2015
Geplaatst in de categorie: natuur