Het hulkje der liefde
Aan mijn gade
Dierbare! op de reis van 't leven
mijn getrouwe tochtgenoot!
Die me in 't moeilijk voorwaarts streven
steeds uw raad en bijstand bood!
Lieve! in voorspoed en gevaren
voer ge nu reeds zes paar jaren
welgemoed en rustig mee
in het hulkje van de liefde,
dat de vlotte golven kliefde
van de onzeekre huwlijkszee.
Vrouwen, zegt men, zijn niet moedig,
siddren bij 't geringst gevaar;
doch ge leerde mij al spoedig,
dat die uitspraak laster waar:
niet slechts onder 't spelevaren
op de gladgekamde baren
roeiend met de ranke boot;
ook bij 't huilen, koken, woeden
van de stormen, van de vloeden
waart ge een trouwe reisgenoot.
Zagen we, onder 't woest geklater
van 't geweldig golfgeklots
nu 't verderf in 't peilloos water,
dan de dood op klip of rots;
gierde en kraakte want en steven,
konden wij geen zeil meer reven,
brak de branding 't ankertouw;
moest het scheepje schokken, slingeren,
slipte 't roer mij uit de vingeren...
Gij, ge bleef onwrikbaar trouw.
Ja! uw trouw is mij gebleken
meest in 't barnen van de nood:
ach! ik was voor lang bezweken
zo ge mij geen bijstand bood.
Blijf het moedig met mij wagen!
En... God! is 't uw welbehagen
haar, die mij uw liefde gaf
van mijn zijde weg te rukken...
Brijzel dan mijn hulk aan stukken!
Red er slechts mijn kindren af!
Inzender: Redactie, 4 april 2018
Geplaatst in de categorie: huwelijk